Berichten

Tips van Paul

Een van de geïnterviewde docenten is Paul Bekhuis van het ROC van Twente.  Ik heb Paul gevraagd of hij in het kader van het thema verbinding tips heeft voor iedereen die met studenten / leerlingen in aanraking komt: Welke aanbeveling heb je voor collega’s? (Tips en tricks)

‘Mijn aanbevelingen zijn gebaseerd op:

 

  • Themagecentreerde interactie (TGI) van Ruth Cohn: ik werk vanuit het idee dat elk mens zijn omgeving en geschiedenis meeneemt in het klaslokaal.
    TGI bevordert gelijkwaardigheid, levendigheid en creativiteit in samenwerkingsrelaties e
    n stimuleert zowel de leiders als de deelnemers om persoonlijk leiderschap te ontwikkelen. Een van de centrale methodische uitgangspunten is het balanceren tussen vier factoren:

Ik          – de mensen als persoon, als    individu

Wij        – de samenwerkingsprocessen, de groep, het team
Het       – de gezamenlijke opgave en doelen, de taak
Globe    – de contextfactoren die van belang zijn.

  • Drie basisbehoeften: competentie, autonomie en relatie (C.A.R.-model) van Luc Stevens:
    1. Relatie: anderen waarderen mij en willen met mij omgaan…
    2. Autonomie: ik kan het zelf, hoewel niet altijd alleen…
    3. Competentie: ik geloof en heb plezier in mijn eigen kunnen…

 

 

Deze modellen zijn het fundament van Pauls manier van onderwijs aanbieden.   In levend leren is het uitgangspunt dat elke leerling zijn omgeving en achtergrond mee neemt in de klas (TGI). De TGI-regels en het C.A.R.-model bieden mij handvatten. Vanuit deze regels en modellen heeft Paul de volgende tips voor je:

 

  • Iedere les bij binnenkomst en uit de klas gaan geef ik mijn leerlingen een hartelijke hand. Hierdoor tune ik in op hun gevoelsleven, pik ik beter alarmsignalen op en kan ik daarop anticiperen.
  • Spreek altijd vanuit de ik vorm: daardoor voelen mensen zich minder snel aangevallen.
  • Zorg voor een open relatie met de mensen om je heen. Bouw aan deze relatie.
  • Geef altijd aan waarom je een vraag stelt: “ik wil graag weten waarom…omdat ik…….
  • Blijf jezelf, wees authentiek en eerlijk. Wees zorgvuldig in wat je deelt. Het moet van meerwaarde zijn voor alle partijen.
  • Oordeel niet, maar deel je eigen visie.
  • Generaliseer niet.
  • Onderbreek het gesprek als je niet langer wenst deel te nemen, bijvoorbeeld als jij je ergert of niet meer geconcentreerd bent.
  • Vertel wat de ander met je doet, in plaats van te zeggen “doordat jij dit en dit doet voel ik mij zo en zo.
  • Storingen in de groep hebben voorrang, als je storingen aandacht geeft en er even laat zijn, lost de storing sneller op en kan de groep verder met haar activiteiten.
  • Betrek de hele groep bij een vraag van één leerling, ieder lid van de groep wordt zo betrokken bij “levend leren”
  • Laat 1 persoon tegelijk aan het woord, als meerdere personen iets willen zeggen, laat dan iedereen kort vertellen waarover hij wil spreken.
  • Let op lichaamstaal van jezelf en van de ander. Zie je de ander rood worden tijdens een gesprek of kijkt de ander bij je langs, dan zijn dit signalen die iets zeggen over de gemoedstoestand van die persoon. Krijg jij zelf een ongemakkelijk gevoel bij een gestelde vraag, dan zegt dit weer veel over jou als docent.
  • Zorg dat iedereen zich op zijn manier competent voelt in iets, benadruk die positieve houding!
  • Zorg voor keuzevrijheid binnen je lessen. Laat de leerlingen bijvoorbeeld kiezen uit drie opdrachten.

 

In de praktijk van Paul ziet het er zo uit:

‘Leerlingen spreken zich naar mij toe uit, vertellen wat zij denken en voelen. Daardoor voelen zij dat er een vertrouwensband ontstaat. Door het uitspreken van gedachten en gevoelens naar elkaar, krijg ik als docent de mogelijkheid om handvatten aan te reiken waarmee de leerling nieuwe mogelijkheden heeft om anders tegen bepaalde zaken aan te kijken.

Nieuwe inzichten zorgen voor nieuwe motivatie, waardoor de leerling in een positieve flow komt en steeds meer wil en gaat leren.’